GEMEENTE NOORDENVELD

Aan do gemeenteraad Agendapunt 3.11290499

Roden, 20 april 1999

Onderwerp
Overeenkomsten met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers in verband met het vestigen en realiseren van een asielzoekerscentrum aan de Hullenweg te Roden

Voorstel

Motivering
In het najaar van 1998 werden wij door het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) benaderd met de vraag of de gemeente Noordenveld zou willen meewerken aan de vestiging van een asielzoekerscentrum voor maximaal 600 asielzoekers.

Wij hebben ons op die vraag beraden en wij hebben, na consultatie van de fractievoorzitters, besloten medewerking te verlenen aan het verzoek van het COA, gezien de grote problemen waarvoor het COA zich geplaatst ziet bij de opvang van de grote aantallen vluchtelingen die een asielaanvraag indienen. Wij zijn van mening dat de gemeente Noordenveld zich niet aan haar morele en humanitaire plicht kan onttrekken een aandeel te nemen in de opvang van asielzoekers.

Wij hebben vervolgens een ambtelijke projectgroep ingesteld. De projectgroep hebben wij opgedragen de komst van het asielzoekerscentrum voor te bereiden.

Alvorens in overleg te treden met het COA, hebben wij een bezoek gebracht aan enkele asielzoekerscentra om ons een beeld te vormen van het functioneren van een dergelijk centrum en wat er voor nodig is een dergelijk centrum te vestigen. Daarnaast hebben wij bezoeken gebracht aan een aantal gemeentebesturen van gemeenten waar deze centra zijn gevestigd. Veel indrukken en kennis rijker zijn wij in overleg getreden met het COA.

Op 27 oktober 1998 besloten wij u voor te stellen medewerking te verlenen aan het verzoek van het COA een asielzoekerscentrum voor 400 tot 600 asielzoekers in de gemeente Noordenveld te gaan vestigen.

Wij besloten tevens het asielzoekerscentrum te vestigen aan de Hullenweg te Roden, kadastraai bekend.gemeente Roden, sectie H nummer 2425 en 3578 (ged.), plaatselijk bekend Roderveld IV.

In het daarop volgend overleg op 29 oktober 1998 verzocht het COA ons indringend medewerking te willen verlenen aan de vestiging van een asielzoekerscentrum in de vorm van een caravanpark. De reden voor dit verzoek was dat de levertijd van semi-permanente woningen aanzienlijk langer is dan het leveren van caravans. Gezien de grote instroorn van asielzoekers hebben wij ons bereid verklaard de vestiging van een caravanpark te overwegen.

Alvorens op dit verzoek in te gaan hebben wij een bezoek gebracht aan het AZC in Joure om ons een beeld te vormen van een dergelijk centrum. Naast het door het COA gehanteerde argument van een snellere realisatie van een caravanpark, zijn wij tot de overtuiging gekomen dat een caravanpark een aantal voordelen met zich meebrengt ten opzichte van een centrum met semi-permanente woningen in twee bouwlagen met een schuine kap.

Meer privacy voor de bewoners, een minder massaal aanzicht van het centrum ten opzichte van de omgeving en eenvoudiger te verwijderen na de periode van 5 jaar waren enkele argumenten om te besluiten medewerking te willen verlenen aan het tot stand brengen van een caravanpark.

De locatiekeuze
Ter voorbereiding op de locatiekeuze hebben wij de projectgroep de opdracht gegeven mogelijke locaties te inventariseren. Op ambtelijk niveau is vervolgens een groslijst gemaakt van mogelijke locaties. Na consultatie van de fractievoorzitters of hun plaatsvervanger, met uitzondering van D66, hebben wij de lijst van mogelijke locaties beperkt. Alleen locaties in of bij de drie grotere kernen in onze gemeente, te weten Norg, Peize en Roden, zouden in aanmerking kunnen komen. Redenen hiervoor zijn dat naar onze overtuiging de komst van een asielzoekerscentrum in deze kernen niet onevenredig ingrijpt in de sociale structuur en dat voorzieningen aanwezig zijn die voor de bewoners van het AZC van belang zijn.

Bij de besluitvorming over de te kiezen locatie hebben wij de volgende criteria gehanteerd:

  1. De locatie dient adequaat te zijn. Elementen die hierbij een rol spelen zijn onder andere de grootte van het terrein, de stedenbouwkundige inpasbaarheid van een AZC op de locatie, de ontsluiting waaronder een goede ligging ten opzichte van het openbaar vervoer en goede lig ging ten opzichte van de omgeving en voorzieningen. Het COA hanteert binnen dit criterium het gegeven dat de locatie geschikt dient te zijn voor de functie van een AZC en dat met zo beperkt mogelijke inzet van financiële middelen een AZC kan worden gebouwd voor een sobere en doelmatige opvang van asielzoekers.
  2. De locatie dient een relevante toekomstige bestemming te hebben. Bedoeld wordt dat een locatie wordt gekozen die na onttrekking aan het tijdelijk gebruik als AZC een voor de gemeente relevante nieuwe bestemming kan krijgen, passend binnen het gemeentelijk beleid.
  3. De locatie dient snel beschikbaar te zijn om aan de vraag van het COA te kunnen voldoen.
  4. De locatie dient in eigendom te zijn van de gemeente Noordenveld. Wij zijn van mening dat de keuze voor een locatie met een, particuliere eigenaar van de grond complicerend kan werken in de realisatie van een AZC, gelet op de doelstelling van het COA, een snelle realisatie van een AZC.
  5. Bij het kiezen van een locatie moeten de financiële belangen van de gemeente worden meegewogen. Uitgangspunt daarbij is dat realisatie voor de gemeente tenminste budgettair neutraal dient te verlopen.

Binnen het College hebben wij vervolgens de volgende locaties aan een nadere beoordeling onderworpen: Haarveld in Roden, Roderveld IV in Roden, tweede fase van de Lange Streeken in Peize, het Oosterveld in Norg en een uit privacyoverwegingen niet nader te noemen particuliere locatie binnen de bebouwde kom van het dorp Roden.

De locatie Roderveld 4 bleek als enige te voldoen aan de hierboven genoemde criteria.

Het gebied heeft nu een agrarische bestemming. In een eerder door de voormalige gemeente Roden opgestelde structuurvisie wordt voor het gebied ten noorden van de Hullenweg voorzien in woningbouw. Zoals u bekend geeft het Provinciaal Omgevingsplan Drenthe daarvoor de mogelijkheid. In de eerstkomende jaren is deze locatie voor woningbouw niet nodig, omdat eerst de Vijfde Verloting zal worden gerealiseerd. Wij zijn van plan u te zijner tijd een voorstel voor te leggen om aan het gebied aan de Hullenweg een woonbestemming te geven.

De benodigde oppervlakte grond (minimaal 3.5 ha) is met circa 6.27 ha ruim voorhanden en sinds eind jaren zestig, begin jaren zeventig in eigendom van de gemeente. Door de ruime oppervlakte is het centrum goed landschappelijk in te passen. Bovendien is de grond direct beschikbaar en wordt tenminste voldaan aan de budgettaire neutraliteit.

De procedure
Mede op basis van ervaringen elders hebben wij er voor gekozen de verantwoordelijkheid voor het kiezen van de locatie zelf te nemen. Wij zijn van mening dat het niet wenselijk is de keuze van een tijdelijke locatie voor een asielzoekerscentrum onderwerp te maken van een maatschappelijke discussie over mogelijke alternatieve locaties. Te meer omdat uit ervaringen elders blijkt dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan als meerdere locaties in discussie worden gebracht. Gegeven het feit dat de vestiging van het AZC op de gekozen locatie van tijdelijke aard zal zijn, hebben wij gemeend de locatiekeuze zelf te maken en aan u voor te leggen.

Op 29 oktober 1998 informeerden wij de Commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken in een besloten vergadering over de door ons genomen besluiten en de te volgen procedure.

De vergadering was besloten omdat wij van mening waren dat eerst de omwonenden dienden te worden geïnformeerd over ons voornemen.

De raadscommissie stemde in met ons voornemen medewerking te willen verlenen aan de vestiging van een asielzoekerscentrum, de gekozen locatie en met de gekozen procedure.

Op 30 oktober 1998 hebben wij omwonenden in kennis gesteld van ons besluit en uitgenodigd voor een informatieve bijeenkomst op 5 november 1998 in de Pompstee te Roden. Tijdens deze druk bezochte bijeenkomst heeft het COA een toelichting gegeven op zijn verzoek en hebben wij uitgelegd hoe wij tot ons besluit zijn gekomen. Een stedenbouwkundige schets van de mogelijke inrichting van het terrein hebben wij die avond uitgereikt.

Tijdens de informatieve bijeenkomst en daarna werd duidelijk dat omwonenden, nadien deels verenigd in de vereniging "Natuurlijk Roderveld", zich niet konden vinden in de door ons gekozen procedure die leidde tot de keuze om te komen tot vestiging van het AZC op de locatie Roderveld IV.

Nadien hebben vele burgers gereageerd op ons voornemen. Wij gaan hieronder in het kort in op de reactie van de vereniging Natuurlijk Roderveld waarin een aantal bewoners zich heeft verenigd.

De vereniging heeft ons op 26 januari 1999 een aan u gericht rapport overhandigd voor een gedachtewisseling over de vraag hoe naar het oordeel van de vereniging de gemeente had moeten handelen. De vereniging verzoekt u de resultaten van deze rapportage te betrekken bij uw besluitvorming en heeft ons mondeling gevraagd over een door ons in te nemen standpunt met de vereniging van gedachten te wisselen. Op 26 maart 1999 werd ons door de vereniging een volgend rapport aangeboden, waarin een opsomming wordt gegeven van locaties en waarin aan de hand van door de vereniging gehanteerde criteria een volgorde is aangebracht.

Wij hebben de vereniging voor een overleg uitgenodigd op 12 april 1999.

Inrichtingsplan centrum
Binnen de hiervoor geschetste hoofdopzet heeft het COA in overleg met zijn architect een ontwerpinrichtingsplan ontwikkeld. Dit plan is besproken met de ambtelijke projectgroep. Een en ander heeft geleid tot een ontwerpplan, dat wij op 16 februari 1999 hebben besproken. Op 2 maart hebben wij, in samenspraak met het COA, de direct aanwonenden en de vereniging Natuurlijk Roderveld uitgenodigd voor een overleg met de ambtelijke projectgroep. Tot onze spijt is de uitnodiging voor deze bijeenkomst te laat en onvoldoende breed verzonden waardoor burgers zich op deze bijeenkomst niet goed konden voorbereiden.

Na een informatief gedeelte zijn de aanwezigen in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op het ontwerp. Naast de tijdens de bijeenkomst gemaakte opmerkingen en gedane suggesties, is de afspraak gemaakt, dat schriftelijk zou kunnen worden gereageerd. Op 30 maart 1999 heeft een tweede bijeenkomst plaatsgevonden. De bewoners van de Havixhorst hebben ons laten weten in dit stadium niet verder te willen reageren op het ontwerpinrichtingsplan. De bewoners wensen na de besluitvorming door u inspraak in de inrichting van het AZC en de omgeving. Het is mogelijk op het ontwerpinrichtingsplan te reageren en van gedachten te wisselen tot het moment waarop het COA een bouwaanvraag indient en vrijstelling vraagt- van de bestemmingsvoorschriften. Wij hebben dit de bewoners laten weten.

De gemaakte op- en aanmerkingen en suggesties worden betrokken bij het definitieve ontwerpplan, dat als basis zal dienen voor de vrijstellingsprocedure en / of de aanvraag van de bouwvergunning. Aan de omwonenden is duidelijk gemaakt dat, mochten er bezwaren blijven bestaan tegen de vestiging en realisatie van een AZC of tegen het inrichtingsplan, bezwaren kunnen worden ingediend. Dit kan nadat het COA een aanvraag voor een bouwvergunning en vrijstelling op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft ingediend. Naar verwachting zal dit spoedig na uw besluitvorming plaatsvinden.

Onderwijs
Gelijktijdig met het informeren van de omwonenden op 30 oktober 1998 hebben wij contact gezocht met de directie en medezeggenschapsraad van de openbare basisschool De Tandem met het verzoek na te denken over de vraag of de schoot bereid zou zijn verantwoordelijkheid te nemen voor een dislocatie op het AZC. Enkele gesprekken met directie, medezeggenschapsraad en schoofteam hebben geleid tot de afspraak dat De Tandem verantwoordelijkheid zal nemen voor de asielzoekersschool op het centrum. Wij zijn de geledingen binnen de Tandem erkentelijk voor de wijze waarop op ons verzoek is gereageerd. Wij hebben het directieoverleg openbaar onderwijs en de besturen van het bijzonder onderwijs geïnformeerd.

Opvang
Wij hebben op 9 november 1998 maatschappelijke organisaties uitgenodigd voor een bijeenkomst waarin ons voornemen is toegelicht. De vraag is gesteld of deze organisaties bereid zijn een actieve rol te spelen bij de opvang van de asielzoekers in onze gemeente. De reacties waren positief. Afgesproken werd een excursie naar enkele centra te organiseren om een beeld te kunnen vormen van de wijze waarop de opvang door het COA wordt georganiseerd en van de rol die de samenleving daarin kan spelen. Een volgend overleg heeft plaatsgevonden op 22 februari 1999. Afgesproken is dat Vluchtelingenwerk Nederland en het COA voor een volgende bijeenkomst zullen worden uitgenodigd. Doel is om te bezien welke activiteiten kunnen worden ontwikkeld voorafgaand aan de opening van het centrum. Daarbij wordt onder andere gedacht aan het werven van vrijwilligers voor de activiteiten op het centrum, de scholing van vrijwilligers en de rol die het verenigingsleven zou kunnen spelen. Wij zijn verheugd over de bereidheid van deze maatschappelijke organisaties te participeren in de gesprekken hierover.

Met de zakenkringen in Nieuw Roden en Roden is de afspraak gemaakt dat nader overleg zal plaatsvinden over de vraag op welke wijze kan worden ingespeeld op de komst van 600 consumenten uit alle windstreken van de wereld. Binnenkort zal een vervolgoverleg plaatsvinden.

Toezicht en veiligheid
Ten behoeve van het. AZC wordt de capaciteit van de IND en de politie uitgebreid. Met betrekking tot de capaciteitsuitbreiding van de politie zal via de korpsbeheerder een verzoek hiertoe bij de Minister van Binnenlandse Zaken worden ingediend. Op basis van de landelijke norm zuilen aan het regiokorps 8 budgetverdeeleenheden toegekend gaan worden. Voor Noordenveld zal hiertoe 75% daadwerkelijk beschikbaar komen. Het resterende percentage wordt gereserveerd voor bijvoorbeeld wachtgeldverplichtingen.

De bestuursovereenkomst
Er is een overeenkomst met het COA voorbereid waarin de afspraken tussen de gemeente en het COA zijn vastgelegd. De kern van de overeenkomst is dat de gemeente Noordenveld medewerking verleent aan de vestiging van een asielzoekerscentrum op de locatie Roderveld IV in de vorm van een caravanpark voor de duur van 5 jaar. In de overeenkomst is vastgelegd dat verlenging van de vestiging van het AZC op deze locatie is uitgestoten.

De huurovereenkomst
Er is een huurovereenkomst voorbereid waarin wordt geregeld onder welke voorwaarden het COA de grond van de gemeente Noordenveld huurt.

Bestemmingsplan
Wij zullen de procedure voor het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan Roderveld IV snel opstarten, opdat na opheffing van het AZC gestart kan worden met woningbouw.

Toekomstige opvang
Aangezien het er niet naar uitziet dat het aantal mensen dat asiel aanvraagt in ons land snel substantieel zal dalen, lijkt het verstandig rekening te houden met het feit dat over 5 jaar de noodzaak opvang te bieden nog steeds aanwezig is. Mocht dat het geval zijn, dan achten wij het wenselijk dat een nieuwe, wellicht permanente locatie (niet zijnde Roderveld IV), beschikbaar komt voor de vestiging van een nieuw centrum.

In het kader van de voorbereiding op de structuurvisie zullen wij nagaan of een meer permanente locatie voor een AZC binnen de gemeentegrenzen kan worden aangewezen, zodat indien de noodzaak zich aandient, ook na 5 jaar opvang aan asielzoekers kan worden geboden. De discussie over de structuurvisie zal in alle openheid en volgens de inspraakverordening verlopen.

Financiën
Ten aanzien van de vestiging en de realisatie van het AZC is met het COA afgesproken dat dit voor de gemeente budgettair neutraal zal zijn. In verband met de gemaakte voorbereidingskosten ontvangt de gemeente een bedrag van fl 20.000,00. Ten behoeve van de algemene uitgaven wordt van het COA een gemeentefondsvervangende uitkering ontvangen, die gerelateerd is aan het feitelijk aantal bewoners van het centrum.

Bij een bezetting van 600 bewoners mag worden uitgegaan van een bedrag van fl 264.618,00 per jaar. Deze bijdrage is in principe kostendekkend.

In de loop van dit jaar zullen wij u nader informeren over de wijze waarop de financiële gevolgen in de begroting worden verwerkt en waar nodig zullen wij u vragen kredieten beschikbaar te stellen.

Voorlichting
Na het aangaan van de overeenkomst met het COA zullen Vlij over de voortgang de bevolking regelmatig informeren. Op onze gemeentepagina zullen wij ruime aandacht besteden aan de procedures en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep. Daarnaast zullen wij in overleg met het COA informatie verstrekken over diverse aspecten die verbonden zijn aan het asielzoekerscentrum. Uit gesprekken met diverse personen in gemeenten waar al een centrum gevestigd is, blijkt een open dag voor omwonenden en andere belangstellenden een zeer goed middel te zijn om vooroordelen weg te nemen en meer begrip te kweken voor asielzoekers. Wij zijn dan ook zeker van plan om bij de directie van het MC Roden aan te dringen op de organisatie van een dergelijke open dag.

Overleg (raads)commissie(s)
Dit voorstel is besproken in de vergadering van de Commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken op 15 april 1999. De Commissie heeft in meerderheid geadviseerd in te stemmen met de bestuursovereenkomst en de huurovereenkomst met in acht name van enkele wijzigingen. De definitieve tekst van beide overeenkomsten wordt u nagezonden.

Tijdens de behandeling van ons voorstel in de Commissie bleek dat een ruime meerderheid zich kon vinden in de criteria die wij hebben gehanteerd bij het kiezen van de locatie. Wij hebben toegezegd te motiveren waarom de 4 andere locaties niet geschikt zijn.

De Lange Streeken (tweede fase) in Peize
Deze locatie is niet beschikbaar op korte termijn. Er ligt een meerjarige pachtovereenkomst. Zonder een forse financiële compensatie is de locatie niet beschikbaar. Overigens past een AZC niet in het bestemmingsplan en is geen directe openbaar vervoerverbinding aanwezig.

Oosterveld in Norg
Ook deze locatie is zonder forse financiële compensatie niet direct beschikbaar. Daarbij komt dat de ontsluiting over grond van derden moet worden gerealiseerd en er geen directe verbinding met het openbaar vervoer aanwezig is.

Haarveld in Roden
Deze locatie is slechts gedeeltelijk in eigendom van de gemeente. De toekomstige bestemming is bedrijventerrein, waar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan uitgifte van gronden zal gaan plaatsvinden. Een goede sociale inpassing achten wij niet mogelijk. Tot slot achten wij consistent bestuurlijk handelen ten opzichte van de bezwaren die tegen het bestemmingsplan zijn ingebracht geboden.

De particuliere locatie in Roden

Deze locatie is niet in eigendom van de gemeente en bleek na toetsing te klein (2,5 ha) te zijn om het AZC te realiseren. De toekomstige bestemming is recreatie en derhalve niet wenselijk voor een AZC.

Vervolgens is door verschillende leden van de raadscommissie ingegaan op de locaties die door de Vereniging Natuurlijk Roderveld zijn aangedragen in haar rapport. Het voert te ver om in dit preadvies uitvoerig in te gaan op al deze locaties. Wel merken wij op dat wij alle door de vereniging aangedragen locaties hebben beoordeeld aan de hand van de door ons gehanteerde toetsingscriteria.

Wij zijn tot de conclusie gekomen dat deze locaties, nogmaals getoetst aan onze criteria, niet in aanmerking komen voor de vestiging van een tijdelijk asielzoekerscentrum.

In het overleg op 26 april 1999 met de vereniging over de 'hoe vraag' zullen wij indien gewenst nader motiveren waarom deze locaties thans niet geschikt zijn. Wij sluiten overigens niet uit dat enige van deze locaties worden betrokken bij de discussie in het kader van de Structuurvisie over een meer permanente opvangmogelijkheid.

Ter inzage liggende stukken

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld,

J. Verkerk, burgemeester A.H. Doornbos, secretaris


Raad dd 29-4-1999
Besluit: Conform