Uit Elseviers Magazine dd 8 april 2000

Taboe op echte thema’s

Hans Dijkstal verwijt de PvdA onwil om de immigratie te beperken en de achterstand van buitenlanders te bestrijden. Ook de VVD gaat niet vrijuit

Eindelijk kroop Hans Dijkstal uit zijn schulp. De afgelopen maanden werden enkele problemen die zich al jaren opdringen rond grote, niet-geïntegreerde minderheden in de Nederlandse samenleving een heel klein beetje van hun taboe ontdaan. Beschaafd links voelde zich niet meer te goed voor een debat over het 'multiculturele drama' dat zich, in de woorden van PvdA-publicist Paul Scheffer, voltrekt. Dijkstal, de VVD-leider, wilde er eerst niet op reageren, zelfs niet om het gelijk van zijn voorganger Bolkestein te halen. Hij hield het er maar op, naar waarheid, dat hij zelf al vijftien jaar pleit voor de verplichting voor nieuwe ingezetenen om Nederlands te leren.

Pas nadat Scheffer zijn debat eind maart afsloot, vond Dijkstal de tijd rijp om zelf positie in te nemen. Hij benutte daartoe een avondje bij de VVD-Kamercentrale Den Bosch. Dat was niet overbodig, en niet alleen omdat Dijkstal zelf zwijgzaam was gebleven. Ook andere VVD-kamerleden hielden zich in het multiculturele debat op de vlakte. Kamerlid Jan Rijpstra, in de vorige kabinetsperiode nog het asielboegbeeld van de VVD, bleek nu zowaar begrip te hebben voor minister Roger van Boxtel die sussend rondging en het drama dacht in te dammen met een experiment hier en een onsje beleid elders. 'Waarom praten we eigenlijk nog over minderheden?' vroeg Rijpstra zich een maand geleden af (in Het Parool). 'Het zijn gewoon mensen die wonen en werken in Nederland en kampen met een achterstand. Hun afkomst interesseert me niks.'

Zo wegwuiverig wilde Dijkstal zich er toch niet van afmaken. In Cuijk zette hij de aanval in op de PvdA (en het CDA), en in het interne blad VVD-expresse werkte hij het verder uit. Het opiniepaginadebat van Scheffer (en Kalma en Schnabel) is een debat onder PvdA'ers, en de PvdA laat het met de integratiepolitiek juist afweten. De multiculturele samenleving ('die is er niet') is een 'maakbaarheidsfictie' van de PvdA. Eindelijk zijn PvdA'ers erachter dat Nederlands leren een eerste vereiste is, maar lange tijd wilden ze daarvan niets weten.

Aldus Dijkstal. Hij kondigde een aantal min of meer concrete plannen aan, te beginnen met onderwijsmaatregelen. Dijkstal wil af van de regeling die scholen hogere cijfers geeft naarmate ze meer buitenlandse leerlingen hebben, zodat de werkelijke achterstanden worden gemaskeerd. Hij wil les in allochtone talen niet meer subsidiëren en het geld gebruiken voor Nederlandse les. Handige allochtone jongens moeten beroepsgericht worden opgeleid, zonder demotiverende theoretische lessen die te veel van hun beperkte taalkennis vergen. De tweede groep maatregelen waarom Dijkstal vraagt, gaat over de arbeidsmarkt ('een uitstekend integratiemiddel, een sleutelfactor'). Maatregelen tegen de armoedeval (werken levert minder op dan uitkering en subsidies samen) en WAO-instroom moeten de allochtone werkloosheid indammen. Anders dan Paul Scheffer c.s. gaat Dijkstal ook in op het binnenkomen van nieuwe buitenlanders - asielzoekers en illegalen. 'Hoge immigratie levert een zware belasting op voor de integratie,' constateert de liberale voorman. 'Wanneer durft de PvdA verantwoordelijkheid te nemen voor een consequent restrictief toelatingsbeleid. ( ... ) Er is geen ruimte voor illegaliteit in ons land. Kunnen we in dat opzicht op de PvdA rekenen?'

De kans op een bevestigend antwoord is niet erg groot. De PvdA taboeïseert bijna alle onderwerpen rond immigratie en integratie, en doet dat al sinds de partij in de tweede helft van de jaren zestig in handen kwam van modieus links. Het officiële PvdA-beleid is sindsdien verblind door postkoloniaal en naoorlogs schuldgevoel.

Niet dat er in de PvdA-achterban zo'n breed draagvlak bestond voor massale immigratie van gastarbeiders, asielzoekers en de gezinsherenigers en gezinsvormers die hen volgden, en de eenzijdige welzijnsmaatregelen waarmee ze werden omgeven. Maar wie er een vraagteken bij durfde zetten, werd beticht van discriminatie, onderbuikgevoelens of, erger nog, uitgescholden voor 'rechts'.

Hoezeer het door deze vleugel gepropageerde denken wortel heeft geschoten in de PvdA mag blijken uit de deels mislukte poging van de o zo liberale PvdA-staatssecretaris Rick van der Ploeg om verplichte quota allochtonencultuur op te dringen aan de Nederlandse kunstinstellingen.

De collectieve leugen binnen de PvdA - feiten ontkennen om linkse ficties in stand te kunnen houden - zet zich voort tot in de hoogste kringen in de partij. Najaar 1997 probeerde de VVD, in het zicht van de verkiezingen, zaken te doen over de asielzoekers, die in stijgende aantallen Nederland verkozen boven andere Europese landen. VVD-leider Bolkestein monsterde premier Kok, die wel voelde voor een aantal concrete maatregelen. Kok vond ook dat het zo niet verder kon en zei het met het hele verlanglijstje van de VVD-leider eens te zijn. Hij kon het alleen intern niet verkopen, zo liet hij Bolkestein weten. En wenste het daarbij te laten.

Er is in dat opzicht niet veel veranderd. Eind februari onthulde Paul Scheffer, in debat met Van Boxtel, dat migratie en integratie binnen de PvdA nog altijd tot op het hoogste niveau getaboéiseerd zijn. Hij had de tweede man van de PvdA, Ad Melkert, gevraagd of die zich niet wilde uitlaten in de door Scheffer geëntameerde discussie. Melkert wilde wel, zo had die gezegd, maar kon niet. Melkert had over deze onderwerpen namelijk vier woordvoerders binnen de fractie, en die waren het oneens.

De omzichtigheid van Melkert is niet onbegrijpelijk. Ruim een jaar geleden had hij de moed om uit te dragen dat uitgeprocedeerde asielzoekers niet meer in de watten moeten worden gelegd maar op straat moeten worden gezet - één van de maatregelen die Bolkestein een jaar eerder al vergeefs aan Kok had voorgelegd. Melkert overviel het PvdA-congres met deze ommezwaai, het congres slikte het ook nog, maar Melkert - hij moet ook verder - voelde een kille poolwind langs zich glijden. Begin deze week was Melkert dan ook niet te vermurwen tot een reactie op Dijkstal.

Immigratie en integratie zijn niet de enige taboe-onderwerpen in de Nederlandse politiek. Opvallend is wel dat de taboe-onderwerpen per definitie tot de belangrijkste thema's van het politieke domein behoren. De Nederlandse migratiepolitiek van de laatste dertig jaar heeft geleid tot de snelle groei van een relatief kansarme groep slecht opgeleide, relatief criminele, voor bijna de helft werkloze of arbeidsongeschikte immigranten, voor tweederde woonachtig in de grotere steden, die een groot beroep doen op de collectieve middelen en daar verhoudingsgewijs weinig aan bijdragen. Dat zou toch een hoofdpunt van het politiek debat moeten zijn. Maar neen: regeerakkoorden en troonredes spreken er hooguit in bedekte termen over. Zoals dat vaker gaat. Met de typisch Nederlandse, massale ziekte en arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld - ook zo'n nationaal probleem dat tot onaanraakbaar is verklaard.

Hans Dijkstal heeft geen ongelijk als hij de PvdA (en het CDA) aanvalt op de gebrekkige bereidheid om knopen door te hakken op terreinen die kennelijk zo gevoelig als een open zenuw zijn geworden. Maar Dijkstal kan het ook zichzelf aantrekken. Ten eerste in persoon: Dijkstal heeft op Binnenlandse Zaken in de jaren 1994-1998 geen grote indruk gemaakt als coördinerend minister voor het integratiebeleid. En ook Dijkstals partij kan het een en ander worden aangerekend. De VVD was medebepalend voor de regeerakkoorden van 1994 en 1998, die betrekkelijk weinig oog hadden voor deze thema's. Ook deed de VVD in 1998 mee aan een afspraak met de PvdA om het migrantenthema in de verkiezingscampagne te beperken. In dat opzicht is de VVD geen haar beter dan GroenLinks, dat ervan afziet om in te haken op de migratiediscussie omdat dat tot onaardige besluiten voor immigranten kan leiden.

Als Dijkstal een kerel is, maakt hij zijn puntenplan van Cuijk niet alleen tot inzet van de verkiezingen, maar ook tot inzet van het volgende regeerakkoord - of dat nou met de PvdA is of met het CDA.

Syp Wynia