Uit het Roder Journaal dd 13 juni 2000

School voor kinderen van asielzoekers gestart

RODEN - Het eerste wat opvalt als de nieuwe school op het asielzoekerscentrum wordt betreden, is de grote rust die heerst in het gebouw. Dat zou men toch in eerste instantie niet verwachten in een gebouw waar 121 kinderen zijn ondergebracht.

Ook de sfeer in het gebouw, evenals de aankleding is prettig en aan alles is te merken dat de kinderen zich hier thuis voelen. "En dat is ook de bedoeling", zegt locatieleider Bernard Veenhuis, "want wij willen de kinderen een plaats bieden waar ze zich veilig voelen".

Iets wat verder vermeldenswaard is, dat de kinderen het volgens Veenhuis helemaal niet leuk vinden wanneer de school is gesloten. "De kinderen hebben duidelijk behoefte aan regelmaat. Ze gaan dan ook met plezier naar school en het merendeel is er op gebrand om te leren en vooral om Nederlands te leren". Vandaar dat in de school uitsluitend Nederlands wordt gesproken, hetgeen trouwens ook een voorwaarde is. Soms vervallen ze op school nog wel eens in hun moedertaal. Vooral met sport en spel is dat het geval. In het vuur van het spel willen ze nog wel eens terugvallen op de taal van hun thuisland. "Maar wanneer dat regelmatig het geval is, leg ik de zaak stil en wijs ze er op dat er hier Nederlands moet worden gesproken, wat ze daarna ook wel doen", zegt locatieleider Veenhuis. Het aanleren van de Nederlandse taal is dan ook het belangrijkste facet van deze school. De meeste kinderen kennen wel enige woorden Nederlands, daar zij al enige tijd in opvangcentra zijn opgevangen waar ze iets van onze taal hebben geleerd. Het aanleren van het Nederlands is gewoon noodzaak, want in het geheel zijn er 38 nationaliteiten op de school. Inmiddels zijn alle caravans bewoond en zijn er dus 600 mensen in gevestigd. Feit is dat de school nu al te klein blijkt. Er zijn nu 121 kinderen op school, een aantal wat afwijkt van de verwachtingen. Er was gerekend op zo'n 90 leerlingen. Dat heeft tot gevolg dat de oudste groep elders op het centrum is ondergebracht.

Maar behalve deze kinderen zijn er meer dan 80 leerlingen die het vervolgonderwijs in Leek bezoeken. Zij zijn ondergebracht in de internationale schakelklas van de scholengemeenschap De Borgen.

Inmiddels is de personele bezetting ook rond. In het geheel zijn er 8 volledige formatieplaatsen, die ingevuld worden door 10 personen. De kinderen zijn ingedeeld in groepen. Zo zijn er twee kleutergroepen en de rest van de kinderen zijn naar leeftijd ingedeeld in vijf groepen. Op de wat langere duur zullen de kinderen worden ondergebracht in niveaugroepen, iets waar binnenkort een begin mee wordt gemaakt.

Er wordt naar gestreefd om van de school een normale Nederlandse school te maken, die op den duur aan alle schoolactiviteiten die in Roden worden georganiseerd, zal deelnemen.

Veenhuis vertelt dat hij met de rest van het personeel alle caravans heeft bezocht om kennis met de ouders te maken. "Dat is voor ons allemaal een goede ervaring geweest", aldus Veenhuis. "We werden overal heel gastvrij en hartelijk ontvangen. We kregen de indruk dat onze inspanningen wel werden gewaardeerd. De mensen leken ons ook redelijk tevreden met de caravans waarin zij zijn ondergebracht".

Zoals al gemeld, is het onderwijzend personeel van oordeel dat de kinderen graag naar school gaan. De vrije dagen die ze nu tijdens de Pinksterdagen hebben, vinden zij helemaal niet leuk. De lange vakantieperiode van zes weken wordt door de kinderen zeker niet op prijs gesteld. En dat is bij Nederlandse kinderen over het algemeen toch wel wat anders. Wat ook opvalt, is het correcte optreden van de leerlingen. Bij het naar binnen gaan in de school krijgen de meesters en juffen vaak een hand van de kinderen en groeten zij heel beleefd. Tot nu toe hebben Veenhuis en zijn medewerkers er geen spijt van dat zij voor deze school hebben gekozen. "Het werken op deze school is zeer boeiend en wij hebben allemaal het gevoel dat we (zonder de andere scholen iets te kort te willen doen) hier vooral met de hoofdzaak van het onderwijs bezig zijn, namelijk de kinderen zoveel mogelijk te leren. Hij vertelt het verhaal van een leerling, die aan de leerkracht had gevraagd of hij of zij tijdens het weekend huiswerk mee naar huis mocht hebben. Dat mocht en na het weekend kwam het kind weer op school. Toen bleek dat deze leerling het hele lesboek al had doorgewerkt. Alle opgaven waren keurig netjes in een schrift gemaakt. Dat toont overduidelijk aan dat het merendeel van deze kinderen maar al te graag naar school gaat en graag wil leren".