Uit Elsevier dd 21 oktober 2000

Beperk de immigratie

NIEUWE GASTARBEID ROEPT SPIRAAL VAN PROBLEMEN OP. OVERHEID BEGRIJPT NOG STEEDS NIETS VAN MIGRATIE

Nederland krijgt er dit jaar meer buitenlanders bij dan ooit. Tegelijk wordt een recordaantal werkvergunningen uitgegeven aan buitenlanders. Lessen zijn niet geleerd. Links laat asielzoekers en familieleden van gastarbeiders komen. Rechts is gevoelig voor bedrijven die goedkoop personeel willen. Het kabinet denkt niet na over de gevolgen. Tijd om de coalitie tegen de samenleving te breken.

Nederland is het dichtstbevolkte land van Europa en ook een van de volste landen ter wereld. Begin volgend jaar zal het zestien miljoen legale inwoners tellen - als de illegalen worden meegerekend is dat aantal vorig jaar al gehaald. Tegelijk heeft Nederland verhoudingsgewijs ook het hoogste immigratiecijfer van Europa. Er zullen zich dit jaar tegen de 130 duizend mensen in Nederland vestigen, van wie 90 duizend niet-Nederlanders. Nooit eerder werd zo'n hoog aantal bereikt. Het is relatief hoger dan dat in echte immigratielanden als Amerika. De uitstroom van Nederlanders en niet-Nederlanders is een stuk kleiner, ongeveer 60 duizend.

De meeste nieuwe ingezetenen zijn asielzoekers en de vrouwen, kinderen en ouders van voormalige asielzoekers en die van voormalige gastarbeiders. Daarnaast komt er dit jaar een recordaantal van meer dan 10 duizend Antillianen. Een ander record is dat van nieuwe gastarbeiders. Dat zijn er dit jaar minstens 30 duizend - meer dan ooit, zelfs meer dan ten tijde van de komst van de Turken en Marokkanen, dertig jaar geleden. Ook het aantal asielzoekers dat zich meldt, zal een bijna- record zijn: minstens 45 duizend.

Toch blijft de roep aanhouden om meer, nieuwe migranten naar Nederland te halen: arbeidsmigranten deze keer. Bedrijven dringen aan op de komst van werknemers, hoog of laag opgeleid, als ze maar gedienstig en tegen een niet te hoge prijs aan het werk gaan. Die bedrijven hebben aanhangers in de politiek. De meeste partijen houden weliswaar als stelregel aan dat het ongewenst is om nieuwe arbeidsmigranten aan te trekken zolang er in Nederland nog zoveel niet-werkenden zijn. Toch hebben diezelfde partijen een gewillig oor voor ziekenhuizen, boeren en computerbedrijven die om mensen zitten te springen. Eigenlijk trapt alleen de vakbeweging op de rem, omdat nieuwe werknemers uit lagelonenlanden de salarispositie van de werknemers ondermijnen.

Waarom gastarbeid weer in is

Aanhangers van de theorie dat Nederland baat heeft bij het binnenlaten van wie dan ook voelen zich ondersteund door berichten uit het buitenland dat Europa deze eeuw langzaam zal ontvolken en dat er de komende decennia steeds minder mensen zullen zijn om de vergrijzende bevolking te verzorgen en hun pensioenen te betalen. Een rapport van de Verenigde Naties liep voorop met deze these.

Het is niet helemaal onzin. Als er geen immigratie zou zijn, zou het bevolkingstal in veel landen van de Europese Unie inderdaad teruglopen. Dat geldt voor Duitsland, en meer nog voor Italië, waar de geboortecijfers laag zijn. Maar voor Nederland geldt een afwijkend beeld. Nederlandse vrouwen baren nog zoveel kinderen - 1,6 per vrouw - dat in de eerste helft van deze eeuw van ontvolking sprake zal zijn. De Nederlandse bevolking is in vergelijking met andere EU-Ianden bovendien jong, zodat de vergrijzing hier pas over een jaar of den zichtbaar wordt. Nu de overheid ernst lijkt te maken met het verminderen van de staatsschuld, zal het betalen van AOW en zorg ook niet direct een probleem zijn - anders dan in België en Italië, waar de staatsschuld hoog is en er nauwelijks voor pensioenen wordt gespaard. En nogmaals: de immigratie in Nederland is al hoger dan elders in de EU.

Zijn de nieuwe gastarbeiders wel nodig?

De Arbeidsvoorziening in Zoetermeer wijst hooguit 10 procent af van de aanvragen voor vergunningen voor nieuwe gastarbeiders van buiten de EU (en de partnerlanden Zwitserland, IJsland en Noorwegen). Als een bedrijf geen mensen kan vinden binnen de Europese Unie, dan mogen ze van buiten komen, zo luidt de huidige Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). De wet kijkt eenzijdig naar het bedrijfsbelang en houdt zich amper bezig met de maatschappelijke gevolgen.

Voor een deel is de vraag naar meer buitenlandse werknemers nooit weggeweest. Tuinbouwbedrijven wilden ook toen de werkloosheid hoog was, graag goedkope Oost-Europeanen aan het werk zetten. Geen minister van Sociale Zaken ontkwam aan de lobby van asperge- en aardbeientelers, bollenkwekers en ooftboeren om buitenlanders aan het werk te mogen zetten. De ministers weigerden doorgaans, wijzend op

het grote aantal niet-werkenden in Nederland. In de praktijk kwamen de Polen toch. Soms volgden boetes, vaak niet.

Vaststaat dat het voor de betrokken landbouwers niet simpel is om Nederlandse werkkrachten voor hun vaak weinig aantrekkelijke werk te vinden. Daar staat tegenover dat de boeren vaak niet alles uit de kast halen. Ze hebben liever goedkope en gedweeë Oost-Europeanen, die bereid zijn onder minimale omstandigheden hun inkomen op te krikken.

Het kan best eens zijn dat met de goedkope buitenlanders bedrijven en bedrijfstakken in stand worden gehouden die het anders niet zouden redden.

De vergelijking met de toevloed van Zuid-Europeanen, Turken en Marokkanen in de jaren zestig en begin jaren zeventig dringt zich op. Toen haalden de verouderende bedrijven in de metaal en de textiel de gastarbeiders binnen. De bedrijven redden het uiteindelijk toch niet of verplaatsten hun arbeid naar lagelonenlanden. De bedrijven die het wel redden, moesten door reeksen saneringen heen. Hun gastarbeiders, nu veelal werkloos, bleven en haalden vervolgens ook hun familieleden naar Nederland. In één generatie vertienvoudigde het aantal Turken en Marokkanen in Nederland zo tot een half miljoen.

Naast landbouw, bouw, transport, metaal en de schoonmaakbedrijven halen ook Nederlandse ziekenhuizen met toestemming van de overheid personeel van buiten de EU. Bij vrijwel al deze arbeidsimporten kunnen vraagtekens worden gezet. Alles wijst erop dat de zorg nog geneigd is met personeel om te gaan als ging het om de diaconessen en nonnen van vroeger die het als hun levensdoel zagen om zonder marktconforme vergoeding te dienen en te zorgen. De zorginstellingen konden zich die houding vanwege een royale toevloed aan personeel lang permitteren. Het personeel dat het niet volhield werd uitgezwaaid, richting huishouden of arbeidsongeschiktheid. Nu de arbeidsmarkt krapper wordt, zitten minstens 75 duizend verpleegkundigen en talloze verzorgenden thuis of in een andere branche. De zorgindustrie trekt daar niet de conclusie uit dat er beter moet worden omgegaan met het personeel en dat de arbeidsvoorwaarden beter moeten worden. In plaats daarvan wordt de gemakkelijke weg bewandeld door in te gaan op voorstellen van bemiddelaars om gedwee personeel uit lagelonenlanden te halen. De Zuid-Afrikaanse verpleegsters zijn de nonnen en diaconessen van nu.

Het twijfelachtige morele gehalte van het weghalen van medisch personeel uit landen waar het harder nodig is, wordt weggepoetst met de twijfelachtige garantie dat ze over twee jaar terugkeren om dan hun landgenoten bij te staan met hun nieuwverworven inzichten.

Een andere categorie nieuwe arbeidsmigranten van buiten de Unie is die van de hoger opgeleiden, veelal aangetrokken door de informatica-industrie. De toelatingsprocedures voor informatici zijn sterk bekort. Geen haan die daarnaar kraait - in Nederland komt de ICT-branche immers tienduizenden mensen tekort, zo heet het. Bovendien moet de Nederlandse nieuwe economie kunnen wedijveren met andere Europese landen - die ook informatici importeren - en met Amerika. Voor de hele korte termijn is het geen oplossing, maar het is beter eerst te zorgen dat onderwijs en onderzoek in Nederland zo goed zijn dat Nederlands talent blijft en dat Europees toptalent naar Nederland wil komen. Voor echt toptalent van elders - maar dan gaat het eerder om honderden dan tienduizenden - dat tijdelijk in Nederland wil werken, zal altijd plaats zijn.

Hoe verging het de vorige gastarbeiders?

Het is opmerkelijk dat er bij de komst van nieuwe arbeidsmigranten geen rekening wordt gehouden met de toestroom die straks in hun kielzog op gang zal komen. Net als de vorige generatie gastarbeiders zullen ze straks hun familieleden laten overkomen. De asielzoekers doen dat ook.

Het hoeft geen betoog dat die massale immigratie niet zonder problemen verloopt. 'De schoolresultaten blijven achter, de werkloosheid is nog altijd relatief hoog, de criminaliteit verontrustend en de beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende,' vat directeur Paul Schnabel van het Sociaal en Cultureel Planbureau de problemen rond de immigratiegolf samen in een recent rapport voor het tweede kabinet-Kok. 'Het aantal illegalen neemt toe, evenals het aantal allochtonen uit landen waar niet eerder banden mee bestonden ( ... ) en feitelijk lukt het verwijderen van niet-erkende asielzoekers nauwelijks.'

Daar kan nog aan worden toegevoegd dat de Aziatische en Afrikaanse gemeenschappen die zich vormen - in sommige delen van de grote steden kan van gettovorming worden gesproken - zich steeds minder aantrekken van de rest van de samenleving. De samenhang in de samenleving wordt zo serieus bedreigd.

De instroom van deze groepen gaat intussen onverminderd door. Alle pogingen om de asielstroom van Nederland af te wenden zijn mislukt en tot dusver mocht bijna de helft van de asielzoekers legaal blijven. Dat terwijl inmiddels duidelijk is dat bijna alle asielzoekende buitenlanders op zoek zijn naar werk, of naar welvaart. De intocht van de familieleden van voormalige gastarbeiders en asielzoekers is op papier wel lichtjes ingeperkt, maar in de praktijk heeft dat ook die stroom niet verminderd. Bijvoorbeeld: van de 25 duizend Afghanen - elders in Europa worden ze geweerd - wordt aangenomen dat ze ieder tientallen familie- en clangenoten naar Nederland zullen meenemen. Intussen heeft hooguit een tiende van de Afghanen in Nederland werk.

Misschien dat de komst van nieuwe gastarbeiders niet tot de massale problematische volgmigratie zal leiden als bij de vorige golven gastarbeiders, rijksgenoten en asielzoekers. Maar zeker is dat allerminst. Tenslotte werd ook van de gastarbeiders uit Turkije en Marokko gedacht dat ze na gedane arbeid huiswaarts zouden keren. Dit aspect zou wel eens wat meer aandacht van politici mogen krijgen nu er in éénjaar meer werkvergunningen worden verstrekt dan ooit het geval was ten tijde van de Turkse en Marokkaanse gastarbeid.

Dat de verpleegsters, schoonmakers, bouwvakkers en ICT-ers maar een tijdelijk contract hebben, zegt niets. Het vertrouwen in die papieren regel bewijst dat de overheid niets begrijpt van de realiteit van migratiestro men. Velen van de nieuwe gastarbeiders zullen blijven, de laagst opgeleiden het meest. Ook zij zullen echtgenoten, kinderen en familieleden laten komen. En ook zij zullen gemeenschappen vormen, waarin illegale landgenoten onderdak vinden, tot ook die op de een of andere manier worden gelegaliseerd en voor vervolgmigratie

De werkloosheid onder immigrantengroepen is vele malen hoger dan onder de autochtone bevolking. Vrouwen, ouderen en allochtonen werken in Nederland nog steeds weinig, en oudere vrouwelijke allochtonen al bijna helemaal niet. Zelfs de werkloosheid onder allochtone jongeren bedraagt ondanks de schreeuwende vraag van de werkgevers nog steeds een derde tot een kwart.

Het binnenhalen van nieuwe gastarbeiders neemt niet alleen de druk weg om al die werkloze dan wel arbeidsongeschikt bevonden Nederlandse ingezetenen naar de arbeidsmarkt te brengen. Het is goed mogelijk dat de nieuwe gastarbeiders voor import van inactiviteit zullen zorgen.

Allemaal redenen om de nieuwe gastarbeid tot een volstrekt minimum te beperken en om de Nederlandse verzorgings- en slachtoffercultuur drastisch terug te brengen. Dat vraagt om dringendere ingrepen dan waar de Nederlandse politiek toe bereid is gebleken. En als de politiek daar al toe bereid is, stokt het wel in de uitvoering.

Een Europese oplossing?

De EU zal voorlopig geen oplossing bieden voor de immigratiestroom naar Nederland. Andere Europese landen, zoals Italië, Spanje, Frankrijk en België, legaliseren om de haverklap honderdduizenden illegale buitenlanders, die daarmee ook automatisch toegang krijgen tot Nederland. In het nieuwe Europese Handvest - nog onderwerp van bespreking - is vastgelegd dat alle legale inwoners van de Europese Unie in alle lidstaten mogen werken en verkeren.

De Europese Commissie heeft nieuwe wetgeving in voorbereiding, die een bedreiging kan zijn voor de eis dat partners die in het kader van gezinshereniging naar Nederland komen een inkomen moeten hebben. Ook zal de EU worden uitgebreid met Oost-Europese landen, waarvan de inwoners zich uiteindelijk probleemloos in Nederland kunnen vestigen. Nog een reden om nieuwe gastarbeid van buiten Europa tegen te gaan.

Nederland kan lering trekken uit wat andere Europese landen doen. Die zijn restrictiever. Duitsland kreeg begin jaren negentig nog twintig keer zoveel immigranten en asielzoekers aan de deur als Nederland - nu nog maar twee keer zoveel. De 20 duizend ICT-ers die Duitsland wil binnenhalen, maken op de Duitse schaal ook betrekkelijk weinig uit. Een interessante les komt ook uit Zweden, dat de migratiedeuren grotendeels heeft gesloten en de pensioengerechtigde leeftijd heeft opgetrokken tot 67 jaar. En er valt te leren van Denemarken, waar immigratietaboes zijn doorbroken en gezinsvorming en gezinshereniging zijn ingeperkt. Zo moeten mensen die een partner uit het buitenland halen zelf, evenals trouwens die partner, de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt.

En laten we eens kijken naar traditionele immigratielanden als de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, waar ze wel rationeel omgaan met immigratie. Die - dunbevolkte - landen zijn zo verstandig in te zien dat op een enkele politieke vluchteling na iedere migrant op zoek is naar een beter leven, en dat je niet méér mensen moet binnenlaten dan de samenleving kan gebruiken. Of die nu migrant asielzoeker heet of economisch vluchteling, doet er niet veel toe, maar anders dan in Nederland is niet de weg naar het uitkeringsloket, maar die naar een baan het uitgangspunt. Ze stellen immigratiequota vast en pikken de besten uit het aanbod.

Vooral van de Verenigde Staten kan ook nog wat worden geleerd over hoe het niet moet. Zo blijkt in Amerika de praktijk van de gereguleerde immigratie ook weerbarstig. Ondanks duidelijke regels slagen bedrijven en lobbyisten erin uitzonderingen te bedingen. Donaties aan de politiek spelen daarbij een vitale rol. Amerikaanse boeren slagen er voortdurend in om goedkope gastarbeiders uit Mexico toegelaten te krijgen, ook als de lokale werkloosheid voor Amerikaanse begrippen al gigantisch is.

Coalitie tegen de samenleving

Het Amerikaanse quotasysteem lijkt een goed voorbeeld voor Nederland, maar is dat onder de huidige omstandigheden niet - tenzij ook asiel, gezinshereniging en gezinsvorming in dat quotum wordt betrokken, maar dat zit er voorlopig niet in. Zo'n quotabeleid zou bovendien voor de hele Europese Unie moeten gelden, en het resultaat zou voor Nederland ongunstig kunnen uitpakken nu veel grote landen geneigd zijn hun vergrijzing en ontvolking te bestrijden met het opvoeren van immigratie. Leerzamer is de Amerikaanse praktijk - en dan vooral hoe het niet moet: de bedrijfslobby's die de samenleving opzadelen met hun deelbelang. Ook in Nederland tekent zich een optelsom af van deelbelangen die de samenleving belasten. Links, vooral PvdA en GroenLinks, is gevoelig voor de lobby voor asiel, gezinshereniging en gezinsvorming. En VVD en CDA zijn gevoelig voor bedrijven en bedrijfstakken die zeggen het niet zonder buitenlands personeel te kunnen stellen.

Zo dreigt de vorming van een coalitie tegen de samenleving. Net als dertig jaar geleden bij het binnenhalen van de gastarbeiders en later bij de ruimhartige toelating van asielzoekers, worden de gevolgen voor de samenleving buiten beschouwing gelaten. Dat is ernstig, nu nog steeds slechts de helft van de volwassen Nederlanders tot 65 jaar gerekend naar voltijdbanen werkt en allochtonen een onevenredig groot deel van die niet-werkenden uitmaken. Daarnaast zijn er op een gemiddelde werkdag een kleine half miljoen Nederlandse werknemers ziek - een record dat een groot deel van de arbeidsmarktproblemen veroorzaakt en dat door nieuwe migratiestromen niet wordt opgelost. Tegen die achtergrond is het verder opjagen van de immigratie naar Nederland niets minder dan een gotspe.

Syp Wynia