Roden Het ministerie van Binnenlandse Zaken weigert in te gaan op een verzoek van voorzitter J. de Monchy van de actiegroep Natuurlijk Roderveld. Die vroeg in september het departement de handelwijze van burgemeester J. Verkerk van Noordenveld te onderzoeken in verband met de komst van het azc in Roden. Volgens Natuurlijk Roderveld hebben Verkerk en het college een loopje genomen met de regels en te weinig mogelijkheden voor inspraak gegeven.

Natuurlijk Roderveld verzet zich nog steeds tegen het asielzoekerscentrum voor 600 mensen aan de Hullenweg in Roden, dat begin dit jaar werd geopend. De groep heeft al enkele malen het onderspit gedolven in juridische procedures tegen de gemeente. Ook een verzoek aan de Drentse commissaris Ter Beek om de gevolgde procedures rond de komst van het centrum te onderzoeken, werd afgewezen. Daarop vroeg De Monchy namens de groep Binnenlandse Zaken om de procedure tegen licht te houden.
In een brief aan de inwoner van Roden laat het departement, nu weten daar niets voor te voelen.
Na overleg met de gemeente en de provincie schrijft het departement aan De Monchy dat het gemeentebestuur van Noordenveld in deze zaak de eerstverantwoordelijke is. Bovendien hebben tegenstanders altijd de mogelijkheid naar de rechter te stappen wanneer ze het niet met het besluit eens zijn, aldus het ministerie.

Rechtmatig
De rechter kan dan in laatste instantie beoordelen of de genomen besluiten rechtmatig zijn.
Het feit dat het gemeentebestuur zelf een locatie voor een azc heeft uitgekozen en geen openbare discussie heeft gehouden over alternatieve locaties, is volgens Binnenlandse Zaken niet onjuist. "Dat betekent niet dat alternatieve locaties niet aan de orde zijn geweest."
Ook de omstandigheid dat de welstandscommissie het ontwerp voor het azc afkeurde, is geen reden een streep door het centrum te halen. "Het college heeft inderdaad een negatief welstandsadvies ontvangen, doch is daarvan gemotiveerd afgeweken. Het college heeft daartoe de mogelijkheid en is daar ook verantwoordelijk voor."
De klacht van De Monchy dat Noordenveld de bestuursrechter heeft misleid, is volgens het ministerie niet onderbouwd. Tot slot is ook het feit dat Noordenveld te traag was met de behandeling van de bezwaarschriften geen reden de gang van zaken te onderzoeken. "De aantallen zijn daar mede debet aan," oordeelt het ministerie.