College van Burgemeester en wethouders van de Gemeente Noordenveld

Raadhuistraat 1

9301 AA Roden

Roden, 24 januari 2001.

 

Betreft: bezwaar besluit BWT: B317/2000 inzake uitbreiding AZC-school.

 

Geacht College,

Op 4 januari 2001 heeft u per brief (uw kenmerk B322/2000 003702) uw besluit kenbaar gemaakt om, ondanks de door ons ingebrachte bedenkingen, een bouwvergunning te verlenen voor de uitbreiding van de AZC-school. De onderbouwing van uw besluit wordt gekenmerkt door een grote mate van willekeur, hetgeen ons in het geheel niet heeft kunnen overtuigen. Integendeel wij voelen ons hierdoor juist extra gesterkt in de juistheid van alle ingebrachte bedenkingen. Namens de vereniging Natuurlijk Roderveld maken wij bezwaar tegen uw besluit op basis van de hiernavolgende gronden:

  1. De omvang van het AZC-complex is vooraf expliciet begrensd.
    Dat de AZC-school moet worden uitgebreid staat op zeer gespannen voet met alle vooraf gemaakte afspraken dat de capaciteit van het AZC in zijn totaliteit niet zal worden uitgebreid. Bij de vestiging van het AZC zijn expliciete afspraken gemaakt over de capaciteit en impliciet dus het hiervan afgeleide aantal schoolgaande kinderen. Op de informatiebijeenkomst van 5 november 1998 is bij alle aanwezigen stellig de indruk gewekt dat het AZC op geen enkele wijze zou worden uitgebreid. Zowel het COA, mevr. Haarsma, als de toenmalige wethouder Hartholt hebben zich uitgesproken over de maximum omvang van het AZC-complex. Het COA moet volgens ons sturen op de vraag en niet de gemeente zomaar belasten met het bijbouwen van capaciteit. Het is immers een van de taken van het COA om de landelijke instroom te distribueren over de verschillende centra en op deze wijze er voor te zorgen dat de kinderen van asielzoekers goed onderwijs kunnen genieten.

    In uw besluit geeft u toe dat de uitbreiding niet was voorzien. Wij merken in dat verband op dat de tekening inzake de uitbreiding, welke is meegezonden met de aanvraag voor het welstandsadvies, gedateerd is op 30 mei 2000, enkele weken na de ingebruikname van het AZC. Dit duidt kennelijk op een ernstig falen van het COA inzake haar toewijzingsplicht. Het is immers alleen het COA dat de initiële plaatsing heeft gedaan en dus willens en wetens teveel asielzoekerskinderen naar het AZC heeft gestuurd. Uw stelling dat een school voor 121 kinderen nu wel voldoende zou zijn, duidt kennelijk op een mogelijke beheersing van de instroom van asielzoekerskinderen, dus kan naar onze mening ook op het oorspronkelijke aantal gestuurd worden.

    Uw stelling dat de gemeente een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de onderwijsplicht is op zich juist maar niet ten aanzien van uw plicht om voortdurend alle voorzieningen maar te moeten aanpassen op willekeurig door derden (het COA) bepaalde aantallen kinderen in het AZC. Hier wreekt zich het feit dat u verzuimd heeft met het COA sluitende afspraken te maken.

    Het feit, dat u de harde toezegging van de gemeente het AZC niet meer te zullen uitbreiden ineens niet van toepassing verklaart voor de gebouwen, ervaren wij als misleidend.
  2. Verdere aantasting van het woongenot van de omwonenden.
    Het woongenot van een groot aantal van onze leden betreffende het uitzicht zal nog meer worden aangetast. Dit bezwaar weegt voor ons extra sterk, omdat het bosplantsoen in het geheel niet conform de bouwvergunning B285/1999 is uitgevoerd. In plaats van een 7,5 meter breed plantsoen is slechts een enkele rij armetierige struiken geplaatst.

    Bovendien is de uiteindelijke realisatie van het AZC op deze locatie nog al sterk gewijzigd tov de oorspronkelijke schets van 5 november 1998. Een wijziging die voor de omwonenden als een duidelijke verslechtering is ervaren, zoals u zelf ook uit de vergelijking van schets (door ons aan u overlegd tijden de hoorzitting op 18 september 2000) en tekening kunt constateren. Wij wijzen in dit verband nog eens nadrukkelijk op alle bezwaren, welke ten aanzien van het aspect welstand zijn ingebracht in de lopende bodemprocedure 99 / 588 BSTPL P02 G01.
  3. Urgentie
    Op 30 mei 2000 is de definitieve versie van de tekening gemaakt van de uitbreiding van de AZC-school. Op 18 juli 2000 maakt u het voornemen bekend een bouwvergunning af te geven. Op 18 september 2000 vindt de hoorzitting plaats. Pas op 4 januari 2001 besluit u tot het afgeven van een bouwvergunning. Hieruit valt evident te concluderen dat er geen sprake is van een urgente situatie. Kennelijk is men op het AZC uitstekend in staat al bijna 8 maanden lang te improviseren. Of is er toch sprake van lagere aantallen asielzoekerskinderen. Het is voor ons overigens onacceptabel dat over het aantal kinderen geen enkele kwantitatieve analyse is gehanteerd bij de besluitvorming. Dit is mede wegens de (grote) fluctuaties in de bewoning van het AZC een vereiste. Het besluit is bij gebrek aan onderbouwing gebaseerd op willekeur.

    Daarnaast heeft de gemeente wettelijk vastgestelde termijnen overschreden, welke gelden bij de bedenkingen procedure, zoals ook bij de afhandeling van ons bezwaarschrift tegen de verleende vergunning voor de bouw van het AZC.
  4. Lopende bodemprocedure.
    Wij ervaren het als onfatsoenlijk om tijdens de lopende procedure 99 / 588 BSTPL P02 G01 tegen de verleende vergunning zomaar een uitbreiding voor te stellen, welke de reeds ingebrachte bezwaren tegen het op deze locatie gevestigde AZC nog groter maken. Wij trekken naast het fatsoenselement ook de wetmatigheid hiervan sterk in twijfel.
  5. Handhavingplicht bouwvergunning bestaande schoolgebouw
    Naar ons oordeel is de vergunning afgegeven op basis van een tekening en een situatieschets die niet de werkelijkheid weergeeft. Op de tekening die ter inzage lag kon duidelijk worden vastgesteld dat gebruik gemaakt werd van een oorspronkelijke tekening van het AZC complex. Belangrijk element hierin is een volwassen beplantingsstrook van 7,5 meter. In werkelijkheid is de beplantingsstrook slechts iets meer dan 2 meter. Daar de gemeente Noordenveld een handhavingplicht heeft waar het afgegeven bouwvergunningen betreft, is het dubbel vreemd dat ook voor de uitbreiding van het bestaande complex van betreffende tekening gebruik wordt gemaakt. Wellicht om te verhullen dat er ernstige fouten zijn gemaakt die als nog aan het licht zouden komen. Wij zijn dan ook van oordeel, dat het besluit van de gemeente Noordenveld in strijd moeten worden geacht met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Op de zienswijze van een van onze leden is op dit punt ook geen antwoord geven. Of de school staat verkeerd en is dan illegaal, of de school staat goed maar dan heeft de Gemeente Noordenveld m.b.t. de volwassen beplantingsstrook een ieder om de tuin geleid inclusief de rechtbank in de zaak met kenmerk 99 / 588 BSTPL P02 G01.
  6. Eerste stap op weg naar langere gebruiksduur dan de beloofde 5 jaar.
    Er is sprake van een inefficiënt gebruik van middelen, omdat na afronding van de eventuele bezwaren procedure en de bouwtijd voor de uitbreiding nog maar ca. 30 maanden gebruik resteert. Dit mede vanwege het feit dat men reeds 8 maanden lang heeft kunnen improviseren. Wij kunnen ons niet voorstellen dat een dergelijk uitbreiding voor zo een korte duur bedrijfseconomisch verantwoord is. Wij maken bezwaar omdat wij (en alle belastingbetalers) ook hier weer bij de neus genomen zullen worden.

Wij menen op bovenstaande gronden voldoende te hebben aangetoond dat uw besluit in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en verzoeken u derhalve het bestreden besluit te vernietigen.

Tevens verzoeken wij u dringend lopende de afhandeling van de bezwarenprocedure geen aanvang van de werkzaamheden toe te staan. Per heden hebben wij de President van de Arrondissementsrechtbank te Assen verzocht met spoed een voorlopige voorziening te treffen teneinde het bestreden besluit voor de duur van de bezwarenprocedure te schorsen.

Met vriendelijke groet,

namens het bestuur van Natuurlijk Roderveld,

  

Correspondentie adres:

Weidebloemweg 56,

9302 AD Roden.