Voorzitter Commissie bezwaar en beroep stapt op

Aan: de voorzitters van de raadsfracties in de gemeente Noordenveld;
Van:
Lia van Gastel
Betreft:
Omgaan met adviezen en bezwaarmakers.
Datum:
3 april 2000

Bijgaande brief zond ik door tussenkomst van B&W aan uw Raad.

Het hoofdonderwerp daarin betreft de wijze waarop de gemeente met een advies(orgaan) en haar burgers omgaat. Wat mij betreft is er dan ook geen enkele aanleiding deze in een besloten vergadering te behandelen (mijn ontslagname is immers slechts een door mij gemaakte gevolgtrekking)

Deze mededeling doe ik u tegen de achtergrond van het voornemen van sommigen onder u om kritisch om te gaan met het behandelen van onderwerpen buiten de openbare vergaderingen van uw raad.


Aan de Raad van de gemeente Noordenveld
d.t.v. het College van B&W

Langelo 30 maart 2000

Geachte Raad,

Naar aanleiding van het besluit dd 29 februari 2000 van B&W op 72 bezwaarschriften met betrekking tot de ingevolge art. 17 WRO aan het COA verleende vrijstelling/ bouwvergunning, heb ik mijn werkzaamheden als voorzitter van uw commissie voor de bezwaar- en beroepschriften met onmiddellijke ingang opgeschort. Hieronder volgt een opsomming van de argumenten en overwegingen die hiertoe hebben geleid.

Nadat hierover op 29 maart jl. een gesprek met de voltallige commissie heeft plaatsgevonden heb ik definitief besloten de werkzaamheden als voorzitter te beëindigen.

Tijdens het kennismakingsgesprek voorafgaande aan mijn benoeming tot voorzitter van de commissie, heb ik de burgemeester en waarnemend gemeentesecretaris mijn visie op de rol van de bezwarencommissie gegeven. Daarbij is als kern aangegeven dat het in een bestuurlijke heroverwegingsprocedure niet in de eerste plaats gaat om te juridiseren en formaliseren, maar dat zodanig met de belangen van de burgers enerzijds en de bestuurlijke verantwoordelijkheid anderzijds moet worden omgegaan dat het vertrouwen in het bestuur -ook bij voor de burger negatieve besluiten- blijft gehandhaafd c.q. besluiten aanvaardbaar worden (door een zorgvuldige pcocedure en goede uitleg en motivering) -Mij is destijds gemeld dat dit tevens de visie van de gemeente is, waarna ik akkoord ben gegaan met benoeming

De commissie heeft ook enige jaren in voormelde zin gefunctioneerd. Dit heeft er in de praktijk ondermeer toe geleid dat na bemiddeling door de commissie bezwaren werden ingetrokken. De commissie streefde er waar mogelijk naar schikkingen te bereiken waar geen formele uitspraak meer nodig was. In dergelijke zaken kwam zowel het bestuur als de burger als "winnaar' uit de bus. Erkend moet worden dat niet alle zaken zich voor schikkingen op een dergelijke wijze lenen. Juist in die zaken is het dan van belang te streven naar bestuurlijke en politieke geloofwaardigheid, bijvoorbeeld -zoals aangegeven- door het' geven van een goede motivering. Dat heeft het bestuur niet gedaan bij de in aanhef genoemde beslissing op 72 bezwaren; de wijze waarop het advies van de bezwarencommissie is gepasseerd lijkt niet te zijn ingegeven door het dienen van het recht of het belang van de burgers.

N.B. het gaat hier niet om het juridisch al dan niet juist zijn van het uiteindelijke besluit van B&W en evenmin om het 'contrair gaan' op zichzelf, maar om de wijze waarop dit is geschied en waarmee de rol die door de gemeente klaarblijkelijk aan de bezwarencommissie wordt toegedicht, duidelijk wordt.

De toonzetting van het besluit is er een van vooringenomenheid en een toe redeneren naar het eigen gelijk. De bezwaarmakers worden geschoffeerd op een onnodige manier. Daarbij wordt evenmin geschroomd het oordeel van de commissie te verdraaien, te versimpelen en aan nuances voorbij te gaan. Het is naar mijn mening onaanvaardbaar dat bij herhaling wordt samengevat wat het standpunt van de commissie "kennelijk" is zonder dat dit juist is. Met die veronderstellingen wordt vervolgens wel aan de haal gegaan. Er wordt "commentaar" gegeven op het advies van de commissie alsof de commissie partij is in plaats van adviesorgaan, waarvan men uiteraard het advies gemotiveerd wel of niet kan volgen. Het verschuilen achter een uitspraak van de rechter in voorlopige voorziening is gênant te noemen; het lijkt op het weglopen voor eigen verantwoordelijkheid. De wet vereist immers dat tijdens de bezwarenfase een volledige bestuurlijke heroverweging plaatsvindt. Zou hier anders mee worden omgegaan dan is de waarde (tijd/moeite) van de bezwarenprocedure nadat een voorlopige voorzieningenprocedure heeft plaatsgevonden nihil. Het advies dat thans na de betreffende voorlopige voorziening van oktober 1999 door onze commissie weloverwogen is gegeven is hiermee verworden tot repressieve tolerantie (je mag nog wat zeggen, maar wij weten het al!)
Het zal u duidelijk zijn dat ik voortaan mijn tijd nuttiger wens te besteden.
Gelet op vorenstaande neem ik dan ook ontslag als voorzitter van de commissie voor de bezwaar en beroepschriften van uw gemeente.

Rest mij nog te vermelden dat ik gedurende een periode van 5 jaar zeer prettig heb samengewerkt met de secretaris van de commissie (voorheen in de gemeente Norg) en de laatste 2 jaar met alle overige leden van de commissie(s).

Hoogachtend,
C.P. van Gastel,