1. Wat is een Simm?
  2. Geef een belangrijk verschil in eigenschappen van sram en dram?
  3. Waarom wordt een cache toegepast?
  4. Hoeveel datalijnen heeft de ISA-bus?
  5. Waarom bestaat de ISA-bus nog steeds?
  6. Hoe is de "opmaak" van een schijf?
  7. Hoe heet de eenheid van transport van een schijf?
  8. Noem 2 typen schijfinterfaces.
  9. Stel om een pixel op te slaan zijn 12 bits nodig. Hoeveel kleuren zijn dan mogelijk?
  10. Hoe groot moet het videogeheugen minimaal zijn om bij een resolutie van 1024 * 768 pixels 60000 kleuren te kunnen weergeven?
  11. Een zogenaamde A4-monitor heeft een beeldscherm van 21 * 29,7 cm. Als deze monitor een dot pitch heeft van 0,26 mm, wat is dan de maximale resolutie die op dit beeldscherm haalbaar is zonder dat de pixels elkaar overlappen?
  12. Noem een voorbeeld van een gebeurtenis die leidt tot een interrupt van de processor.
  13. Om alle cellen van een geheugen dat 2 Mb groot is te kunnen bereiken, uit hoeveel bits moet een adres dan minimaal bestaan?
  14. Een 80286 is een zogenaamde 16 bits processor. Aan welke eigenschap heeft deze processor die aanduiding te danken?
  15. Wat hoort in het volgende rijtje niet thuis
    1. Videogeheugen
    2. Bus
    3. RAMDAC
    4. Grafische processor
  16. Ik wil een binaire vermenigvuldiger bouwen (M=AxB) met behulp van één bouwsteen, de bouwsteen die we daarvoor kunnen gebruiken is een
    1. AND
    2. NAND
    3. OR
    4. NOR
  17. Bij welke van onderstaand bitrijtjes constateren we een even-pariteitsfout?
    1. 00101000
    2. 10101101
    3. 10011001
    4. 11001100
  18. Een DRAM heeft een toegangstijd van 100 ns. De kloksnelheid van de processor is 25 ns. Bij een aantal van 50 geheugenbenaderingen hebben we
    1. 200 wait states
    2. 300 wait states
    3. 400 wait states
    4. 500 wait states
  19. Een interrupt wordt veroorzaakt door de interrupt service routine. De co-processor van een Pentium is een Pentium Pro
    1. Beide beweringen zijn niet waar
    2. De eerste bewering is niet waar maar de tweede wel
    3. De eerste bewering is waar maar de tweede niet
    4. Beide beweringen zijn waar
  20. Een diskette bevat 80 cylinders, 2 sporen per cylinder, 18 sectoren per spoor en iedere sector bevat 512 bytes. De capaciteit van deze diskette is
    1. 720 KiloBytes
    2. 1.2 MegaBytes
    3. 1.44 MegaBytes
    4. 2.0 MegaBytes